Heldergeel tot oranjegeel, onregelmatig beker- tot schotelvormig vruchtlichaam (Ø 2-4 cm), glad of wat bobbelig van binnen.
Aan de buitenzijde mat bepoederd, blauwgrijs verkeurend.
Groeit alleen of in groepjes op strooisel van loof- of naalbomen (meestal in de buurt van zilversparren (maart - mei). In Nederland zeer zeldzaam (NRL: gevoelig)
Fam.: Caloscyphaceae.
(Foto: Ger Bogaers)
![]() |
Breedte (cm): 2-4 |
Hoogte (cm): 2-4 |